Roeivereniging Iris, de roeivereniging van de bollenstreek
KNRB Reglement Vaardigheidsproeven Senioren
Artikel 1 Vaardigheidsproeven kunnen worden afgelegd door alle leden van bij Koninklijke Nederlandsche Roeibond aangesloten verenigingen.
Artikel 2 De proeven moeten worden afgelegd ten overstaan van door vereniging aangewezen controleurs. Het bestuur van de verenigingen is zelf verantwoordelijk voor correcte organisatie.
Artikel 3 Iemand kan in de periode van 1 november t/m 31 oktober van het volgende jaar ten hoogste twee proeven laten registeren.
Artikel 4 Ieder, die met goed gevolg een vaardigheidsproef heeft afgelegd kan als bewijs daarvan een diploma ontvangen, derhalve voor twee proeven in een jaar twee. Diploma’s zijn door bestuur te bestellen in webshop van de KNRB.
Artikel 5 De roeiers en roeisters worden naar leeftijd of para- klasse en af te leggen afstand onderverdeeld in de volgende categorieën: I heren t/m 36 jaar; 20 km II heren 37 t/m 50 jaar; 18 km III heren 51 t/m 65 jaar; 16 km IV heren 66 jaar en ouder;14 km V dames t/m 36 jaar; 18 km VI dames 37 t/m 50 jaar; 16 km VII dames 51 t/m 65 jaar; 14 km VIII dames 66 jaar en ouder; 12 km IX heren AS; 12 km X heren TA; 14 km XI dames AS; 10 km XII dames TA; 12 km
Voor de bepaling van de leeftijd geldt de leeftijd zoals die in het lopende kalenderjaar wordt bereikt. Starten in een ‘jongere’ categorie blijft altijd mogelijk.
Artikel 6 Voor alle categorieën geldt, dat de proeven moeten worden afgelegd binnen de volgende tijden:
Artikel 7 Voor proeven in twee zonder stuurman, bemand door roeiers van verschillende leeftijdscategorieën, geldt als af te leggen afstand die van de jongste leeftijdscategorie.
Artikel 8 Proeven in twee zonder stuurman kunnen worden afgelegd door een dame en een heer tezamen, dan geldt als af te leggen afstand de langste afstand zoals bepaald in artikel 5.
Artikel 9 Ter aanmoediging en als propaganda voor de vaardigheidsproeven heeft de KNRB een wisselprijs ingesteld, de Chris van Winden prijs, welke door het bestuur jaarlijks voor de tijd van één jaar wordt toegekend aan de vereniging die in verhouding tot het aantal seniorleden van die vereniging de meeste vaardigheidsproeven heeft afgelegd.